St. Joannis de Deo
Uitgevoerd op:
1 februari 2004: Cenakelkerk Heilig Land Stichting
8 februari 2004: St. Bonifatiuskerk Lichtenvoorde
Programma:
Het gepresenteerde programma draagt de titel ‘St. Joannis de Deo’ naar de gelijknamige Missa Brevis van Haydn, ook wel ‘kleine orgelmis’ genaamd. Dit vanwege de lange orgelsolo in het Benedictus. Deze mis vormde het sluitstuk van het concert.
Geopend werd met het prachtige motet ‘Ave Verum corpus’ van Mozart dat, op het onvoltooide Requiem na, Mozarts laatste stuk kerkmuziek was.
Tussen de twee Weense Klassieken, de vrienden Mozart en Haydn, klinkt overwegend Romantische muziek en muziek waarvan de componisten / composities elk een bepaalde relatie hebben met de Weense Klassieken en zelfs met de (vroeg)Barok zoals bijvoorbeeld Schütz.; een componist die startte te componeren in renaissancestijl, maar door zijn bezoeken aan Venetië steeds meer de overvloedige en dramatische stijl van Monteverdi in zijn eigen Duitse stijl verenigd wist. De Passie van Schütz is de voorloper op de Matthäus Passion van Bach. Hier klinkt het slotstuk van de passie, het Ehre Sei Dir Christe.
De muziek van Mendelssohn laat onder andere de invloed van Bach en Händel zien, maar ook die van bijvoorbeeld Mozart. De melodievoering wordt gekenmerkt door brede melodische bogen die leiden naar een climax of een rustpunt.
Rheinberger was toegewijd onderzoeker van oude muziek en voelde een diepe verbondenheid met oude(re) muziekvormen (o.a. J.S. Bach). Naast de invloeden van eigentijdse componisten als Mendelssohn had dit gevoel een nadrukkelijk effect op zijn eigen composities.
Fauré zijn muzikale stijl past in de Franse traditie die hij heeft meegekregen. Deze kenmerkt zich door het gematigde karakter, de grote logica en het teruggrijpen op klassieke vormen (wat aan het einde van de Romantiek vaker werd gedaan). Dit teruggrijpen werd in dit programma verbeeld door af te sluiten met de mis van Haydn.
Van de uitvoering is een CD-opname beschikbaar.